Ontwikkelen van binnen naar buiten
Je wordt geboren, groeit op, ontwikkelt een beeld van jezelf, er ontstaat een beeld van de wereld om je heen. In deze wereld kun je leren jezelf te zijn én goed om te gaan met verwachtingen die leven.
Jezelf zijn of jezelf conformeren. Een gevecht tussen ‘binnen en buiten’?
Onvermijdelijk levert dit een spanning op tussen eigenheid en verwachtingen volgen van anderen: ouders, leraren, familie, vrienden, kortom jouw sociale omgeving. Een vriend van mij verwoordde dit ooit aldus:
“Het was voor mij een gevecht tussen creperen of conformeren”.
Langs de meetlat
De eerste trede op de prestatieladder bestaat uit de Cito-toets. Bedoeld om leerlingen de kans te geven op een objectieve manier hun leervermogen te tonen. Een maatstaf naast het advies van de basisschool, verwachtingen van ouders en de eisen van een ontvangende school. De wens van de leerling voor een vervolgopleiding speelt hier nauwelijks een rol. Iedere ontwikkelingspsycholoog kan uitleggen dat kinderen van 12 jaar zich nog niet met dergelijke keuzes kunnen bezighouden.
De norm van Slim of de norm van Knap?
In het middelbaar onderwijs wordt het keuzepad van jaar tot jaar vooral geëffend door resultaten op cognitieve toetsen en de adviezen van docenten daarop. Ontwikkeling wordt eenzijdiger en niet-cognitieve intelligenties worden verwaarloosd. De treden op de prestatieladder worden smaller en smaller, behalve voor wie ruimte krijgt of neemt voor buitenschools leren. Woordknap en rekenknap zijn beslissend, maar waar liggen de kansen voor muziekknap, beweegknap, mensknap en natuurknap –om over beeldslim maar te zwijgen?
Meervoudige intelligentie tegenover de norm van Slim
In mijn vroegere werk als onderwijsman én in mijn werk als loopbaanbegeleider, ontmoette ik regelmatig mensen die gebukt gaan onder de norm van Slim. En dat kan twee kanten opgaan. Te binnen schiet mij de econoom die geleerd had om handig met cijfers en rekenmodellen om te gaan, maar in zijn hart veel meer voldoening haalde uit het spelen van dwarsfluit in een symfonieorkest. Geleid door de norm van Slim had hij de zachte kant van zijn intelligentie verwaarloosd en was met een burn-out thuis komen te zitten.
En ik denk ook aan de leerling in een 3havo-klas die, geplaagd door dyscalculie (getalsblindheid) gedwongen werd om bij haar studiekeuze voor het vmbo te kiezen, terwijl haar taalaanleg en empathisch vermogen van hoog niveau waren.
Bij studie- en beroepskeuzen, komen bovenstaande keuzeaspecten in volle glorie terug. Volwassener en wijzer geworden, kan wel een keuze worden bepaald op de totale persoon en diens intelligentie in de meest brede zin van het woord. Keuzestress is niet nodig.
Werkwaarden, persoonlijke keuzes, IQ en EQ en veel meer…
Worden wie je bent. Misschien dat dat in essentie de levensmissie van elk mens is.
Daar kun je vat op krijgen als je –vrijwillig en onvrijwillig- geconfronteerd wordt met de vraag “Wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik en waar is mijn plek”?