Zoek geen baan, zoek werk

Blog
21 okt 2022
2 min

Kansen en bedreigingen voor 45+

Hoe vinden 45-plussers opnieuw hun weg op de arbeidsmarkt? Hoe kijken deskundigen, loopbaancoaches én vooral 45-plussers zelf aan tegen de arbeidsmarkt van nu?

Hoe kun je een plan maken voor je tweede carrière?

Zoek geen baan maar zoek werk…

Dat lijkt op het eerste gezicht niet erg spannend, maar het blijkt voor talloze 45-plus werkzoekenden toch een enorme eye-opener.

De baan sterft uit

Een baan is iets wat een ander je geeft. Jij verkoopt uren, en de werkgever moet proberen daar geld mee te verdienen. Een baan is comfortabel. Tot je hem kwijtraakt. Dan vind je namelijk niet zo snel meer een andere baan, en je hebt niet geleerd om jouw werk te vermarkten.

De baan sterft bovendien uit. De vaste baan is een uitvinding van de industriële revolutie, toen het handig bleek om veel mensen tegelijk en op dezelfde plek aan het werk te hebben. Dat is voor de meeste werkzaamheden helemaal niet meer nodig. Dus ook werkgevers beginnen er steeds minder vaak aan.

Werk is wat jij kan

Werk is veel breder. Werk is iets wat jij goed kan en graag doet, en waar anderen jou voor willen betalen. Als je voor jezelf kan formuleren welke bijdrage jij kan leveren, en hoe je daar geld mee kan verdienen, dan heb je je eigen werk bedacht. De manier waarop je dat werk gaat doen – vaste dienst, freelance, eigen bedrijf, bedrijf met een paar collega’s – dat zou eigenlijk niet zo belangrijk moeten zijn. Het beperkt je in je zoektocht als je van tevoren zegt: ik zoek een baan. Dan maak je je namelijk afhankelijk van de vraag of iemand jou die baan wil geven. En de statistieken zijn wat dat betreft niet erg bemoedigend. Via de route vacature – solliciteren – baan krijgen, vind bijvoorbeeld nog maar zo’n 2 procent van de 50-plussers werk.

Nieuw werk

Niet iedereen vind het makkelijk om zijn eigen werk te bedenken. Dat is soms een flinke zoektocht. Bijvoorbeeld omdat naar het werk dat je deed geen vraag meer is. Mijn advies: probeer je talent veel abstracter te formuleren dan de naam van je functie. Dus niet eindredacteur of administrateur, maar ‘pietje precies’, of ‘tot een goed einde brenger van lastige projecten’. Ik ken bijvoorbeeld een ‘ijsbreker’ en een ‘verbeteraar’. Die abstracte manier van kijken naar jezelf maakt het makkelijker om te bedenken wat je kan toevoegen in andere branches dan waar je vandaan komt. Zo ontstaan ineens nieuwe diensten en producten.